|
|
Emancipatie is nog lang niet
af
Vrouwen doen in de marges van de mannenmaatschappij flauwtjes mee, tot ongenoegen van Kees Kraaijeveld, die hen in de hoofdrol wil. Eigenlijk zou dit artikel geschreven moeten
zijn door een vrouw. Waarom? Omdat de kern van mijn betoog is dat
vrouwen een hoofdrol moeten gaan spelen bij de inrichting van de samenleving.
Omdat de invloed van vrouwen in de politiek, het bedrijfsleven en de media nog
altijd te verwaarlozen is en het tijd wordt dat het afgelopen is met de
voortdurende masculiene dominantie. Daarom. Ter zake. Maandag begint 's werelds belangrijkste
vrouwenberaad, de VNcommissie voor de Status van Vrouwen, in New York aan een
twee weken durende vergadersessie om wereldwijd de positie van de vrouw in kaart
te brengen. De commissie gaat kijken of de afspraken gemaakt op de
Wereldvrouwenconferentie in Peking zijn nagekomen. De ambitie was groot, tien jaar geleden in de
Chinese hoofdstad. Op de grootste VNbijeenkomst aller tijden, met bijna 47
duizend deelnemers, stemden regeringen en vrouwenorganisaties in met een nieuw
plan om de positie van de vrouw te verbeteren. De evaluatie van dit pretentieuze
'Platform voor Actie' wordt opnieuw een indrukwekkend gebeuren, vol ceremonieel
vertoon. Terwijl in het VNhoofdkwartier de honderden landenrapportages over
tafel gaan, zullen vrouwengroepen over heel de wereld de Mondiale Week voor
Vrouwenrechten vieren. Is er reden voor een feestje? Deels
natuurlijk wel. De vrouwenbeweging heeft veel bereikt. Zaken die wij nu
vanzelfsprekend vinden, zoals dat vrouwen op straat een broek mogen dragen, dat
een vrouwensalaris meetelt bij het berekenen van de hypotheek of dat een vrouw
als zij trouwt niet langer automatisch haar baan en handelingsbekwaamheid
verliest, zijn allen vruchten van verwoede strijd. Toch is er reden tot ontevredenheid. Want na
ruim een eeuw vrouwenstrijd en vijftig jaar VNrapporten speelt de vrouw nog
altijd slechts een bijrolletje op het wereldtoneel. Veelal is dat ook nog eens
de slachtofferrol. Overal ter wereld zijn vrouwen de dupe van armoede en
onderdrukking. Overal worden vrouwen misbruikt en mishandeld. En nergens drukken
vrouwen, die toch een groter talent voor samenleven hebben dan mannen, hun
stempel op de samenleving. De honderden VNdoelstellingen laten zich
samenvatten in twee onvervulde en aan de mannenmaatschappij gerichte wensen.
Een: mogen we op gelijke voet met jullie meespelen? (vrouwenparticipatie). Twee:
willen jullie ophouden met ons steeds maar weer in elkaar te slaan en te
verkrachten? (vrouwenrechten). Het antwoord op deze twee bescheiden wensen luidt
nog altijd domweg 'nee'. Zelfs als we kijken naar Nederland, dat toch
wordt gezien als een relatief feminien land, waar de meeste vrouwen emancipatie
onzin vinden, is het treurig gesteld met de positie van de vrouw, concludeerde
het Sociaal Cultureel Planbureau eind vorig jaar in haar Emancipatiemonitor. Het is nog steeds hetzelfde liedje: de
Nederlandse vrouw slaagt er niet in echt te integreren in de mannenmaatschappij.
Vrouwen werken minder uren, hebben minder goede banen en krijgen in dezelfde
baan fors minder betaald. Ze hebben vooral ook minder macht. In het
bedrijfsleven en in de ambtelijke top moet je de vrouwen met een lantaarntje
zoeken. Terwijl vrouwen betere studenten zijn, is nog geen 10 procent van de
hoogleraren een vrouw. Het kabinet telt negen vrouwen op zeventien mannen (35
procent) en in onze volksvertegenwoordiging is slechts 40 procent van de zetels
bezet door vrouwen (wereldwijd ligt dit percentage op 10 procent). Thuis blijft de zorg voor de kinderen en het
huishouden vooral een vrouwentaak en weigeren mannen hun handen uit de mouwen te
steken. De overheid is er zich van bewust dat ze haar emancipatoire
doelstellingen niet haalt, nu niet, en ook niet in 2010. Maar het maakt niet
uit. De protesten klinken zacht. En de subsidiekranen gaan voor de
vrouwenbeweging ieder jaar een slagje verder dicht. De opmars van de vrouw in het maatschappelijk
leven stagneert. Maar wat wellicht nog zorgelijker is, en waar rapporten als de
Emancipatiemonitor maar zijdelings aan raken, is het feit dat vrouwenemancipatie
als ideëel doel in het verdomhoekje is geraakt. En het mannelijke heeft op tal van terreinen
de wind mee. Nog maar de helft van de Nederlanders vindt het van belang dat man
en vrouw thuis zorg en werk daadwerkelijk gelijk verdelen. Vijf jaar geleden
vond 60 procent dit nog. Ook is de helft het ermee eens dat het gezin er per
definitie onder lijdt als moeder een volledige baan heeft. Dit terwijl niemand
problemen heeft met de fulltime job van pa. Het ideaal van vrouwenemancipatie heeft te
lijden onder de opmars van het conservatieve gedachtegoed. De verklaringen over
'natuurlijke aanleg' zijn weer in zwang. Het vrouwtje moet doen waar ze voor is
gemaakt: dragen, baren, zogen en zorgen. Mannen zijn de jagers en verdienen dus
de kost. . Ook de religies laten zich weer horen. Het
Vaticaan deed vorig jaar ineens weer een gerichte aanval op de 'gevaren van het
moderne feminisme'. De god uit de joodschristelijke traditie heeft de man nu
eenmaal boven de vrouw geplaatst: 'en hij zal over u heerschappij hebben'.
Moslims hebben die regel uit Genesis ook goed in hun oren geknoopt. Voor de
meeste autochtone Nederlanders is de islam inmiddels synoniem voor
vrouwenrepressie, met de hoofddoekjes als het ultieme symbool. Maar in onze eigen culturele uitingen komt de
vrouw er al helemaal niet goed vanaf. Terecht wijzen moslimvrouwen op de
halfnaakte prostituees achter de ramen. Alsof dat geen symbolen van
vrouwenonderdrukking zijn. De meeste Nederlanders maken zich echter geen
zorgen over het seksisme dat dagelijks van de bladen, billboards en beeldbuis
druipt. De vrouw is een probaat middel om je product aan de man te brengen, het
vrouwenlichaam weer vooral lustobject. Kijk maar eens naar TMF of MTV. Ver van
rolbevestigende porno zijn de clips uit de populaire rap, en hiphopcultuur niet
verwijderd. De teksten liegen er ook niet om. Rijmpjes van populaire rappers als
Snoop, 50 cent of Eminem bestaan grotendeels uit bitchbashing en ook de op
handen gedragen Ali B. rapt dat hij zijn 'vrouwtje' liever thuis
heeft. Het mannelijke profiteert van de onzekere
tijden, van angst en verharding. Alom klinkt de roep naar 'sterke leiders' en wie denkt daarbij nou aan een vrouw? Het zijn tijden van war en warpresidents.
Mannentijden dus. En moderne vrouwen doen daar niets aan. Ze
identificeren zich niet graag met het feminisme. Ze associëren het met een
strijd uit het verleden, met dolle Mina's, tuinbroeken en mannenhaat. Vrouwen van nu schuwen de slachtofferrol. Ze
willen sterk en onafhankelijk zijn en proberen in het maatschappelijk verkeer
hun sekse zo min mogelijk te problematiseren. Vrouwzijn zou geen issue moeten
zijn, is de gedachte. Dat vrouwen collectief zakken voor hun inburgeringscursus
in de mannenmaatschappij, willen ze niet onder ogen zien. Liever kijken ze naar de succesnummers, naar
vrouwen die het wél weten te maken. Vrijgevochten carrièrevrouwen als Mabel
Wisse Smit staan zo ineens model voor een heel geslacht. De individualistische 'Mabels'
zijn de symbolische tegenhanger van de voor het collectief vechtende feminist.
'Als vanzelfsprekend nemen (deze) vrouwen hun plaats in de wereld in, met
superbaan, superauto en superseks. Feminisme? Dat is in de afgelopen vijftien
jaar behoorlijk uncool geworden', concludeerde lifestyleblad Elle vorig jaar. Zo maken vrouwen de typisch Amerikaanse fout
om de succesvolle enkeling tot maatschappelijke norm te verheffen.Van enige
solidariteit is geen sprake. Vrouwen die niet slagen, hebben dat aan zichzelf te
wijten. Niet aan de mannenmaatschappij. En dat is natuurlijk onzin. De meeste vrouwen zitten nog het grootste
deel van hun leven thuis en doen daar domweg het huishouden. Zonder de gelukkige
huisvrouw hier nu voor het hoofd te willen stoten, is dat vooral dienen,
inleveren, zorgen, volgen, invoelen, sloven. Nog altijd hebben vrouwen veel
minder dan mannen de mogelijkheid om hun leven in te richten zoals ze dat zelf
het liefst zouden willen. Het is geen individueel probleem. Het is structureel. Maar vrouwen beconcurreren liever elkaar, als
het kan om de gunsten van een man en anders om vooral maar aardig gevonden te
worden. Nog steeds kennen vrouwen liever gezag toe aan een man, dan dat ze een
seksegenoot op een voetstuk plaatsen. En hoeveel vrouwen ontlenen hun status
niet liever aan de man die ze hebben veroverd dan aan zichzelf? Mocht dit beledigend overkomen, dan is het
misschien goed nogmaals te benadrukken hoe razendsnel en ingrijpend het
vrouwzijn de afgelopen eeuw is veranderd. Het leven van de vrouw is compleet
vernieuwd, constateert de Amerikaanse psychiater Anna Fels: haar
levensverwachting is verdubbeld, ze heeft anticonceptie, juridische gelijkheid
en kiesrecht. Zo'n revolutie is niet eenvoudig te behappen, ook niet in een paar
generaties. Zelfs een moderne vinding als de auto bestaat
al langer dan dat de vrouw een maatschappelijk en juridisch gezien volwaardig
mens is. Historisch gezien is de vrouw nog maar een groentje in het publieke
domein, met alle onzekerheden, twijfels en onderlinge afgunst die daarbij horen.
Het is goed dit te beseffen, maar het is
allerminst reden om nu al, tijdens deze wat moeizame stageperiode, de handdoek
in de ring te gooien. Er valt voor de vrouw letterlijk nog een
wereld te winnen. Als emancipatie inhoudt dat de vrouw moet inburgeren in de
bestaande masculiene samenleving, dan is de emancipatie niet alleen mislukt maar
ook altijd al tot mislukken gedoemd geweest. Vrouwen zijn geen mannen. En dus
zullen vrouwen het minder goed doen in de mannenmaatschappij dan de mannen zelf.
Vergeten wordt dat vrouwenrechten en
vrouwenparticipatie meer zijn dan doelen in zichzelf. De idealen van gelijke
rechten en een gelijkwaardige verdeling van werk en zorg vallen of staan bij het
streven van de vrouw om, als gelijkwaardige tegenspeelster van de man,
maatschappelijke invloed uit te oefenen. Door de wil tot macht uit het oog te
verliezen is de vrouwenemancipatie praktisch in een impasse geraakt: Vrouwen
komen niet aan maatschappelijke invloed zolang ze niet op gelijke voet in de
samenleving meedraaien. Maar die gelijke positie is niet haalbaar, zolang
vrouwen niet de macht hebben daarvoor de noodzakelijke voorwaarden te stellen. Kort en goed: de vrouwen verliezen, want het
zijn de mannen die de spelregels schrijven. Nieuw is deze analyse niet. Feministe Joke
Smit kwam eind jaren zeventig al tot dezelfde conclusie. 'Vóór vrouwen worden
misschien nog wel wat aardige dingen geregeld; dóór vrouwen wordt geen andere
maatschappij gemaakt', schreef ze in het artikel 'Is het feminisme ten dode
opgeschreven?'. Smit wist dat zonder vrouwenmacht de mannendemocratie nooit een
mensendemocratie zou worden. Toch moet bijna dertig jaar later de
werkelijke machtsstrijd over de inrichting van de samenleving nog beginnen.
Natuurlijk, er zijn al machtige vrouwen, maar 'de vrouw' heeft niets in te
brengen. Hoe kan het anders dat hoewel bijna alle vrouwen liever in deeltijd
werken, fulltime arbeidscontracten nog altijd de norm zijn? Hoe kan het dat
eenvoudige basisbehoeften als kinderopvang nog altijd niet gratis voor iedereen
toegankelijk zijn? Hoe kan het anders dat de samenleving alleen maar harder en
competitiever wordt, terwijl vooral vrouwen daaraan onderdoor gaan? Wil de emancipatie ooit uit de impasse komen,
dan moet de samenleving als geheel worden gefeminiseerd. Dit klinkt misschien
wat hoogdravend, maar we moeten de dingen ook niet moeilijker maken dan ze zijn.
Joke Smit formuleerde destijds de 'Grote
Drie'. Herverdeling van de macht. Opheffing van de apartheid op de arbeidsmarkt.
Herverdeling van werk en zorg. Langs deze lijnen kan de Derde Golf nu de
machtsstrijd weer opnemen. Om te beginnen met de macht zelf: na de
volgende verkiezingen moeten er ten minste 75 vrouwen in de Tweede Kamer zitten.
Daarom vrouwen: stem in 2007 nou eens gewoon allemaal op jullie eigen sekse. Dan de gelijke verdeling van werk tussen
mannen en vrouwen. Zo ver zijn we nog lang niet. In vele takken van sport, met
name in de wetenschap en in het bedrijfsleven, laten vrouwen zich amper gelden.
Willen we de maatschappelijke machtsbasis van vrouwen vergroten, dan zit er
weinig anders op dan door te gaan met positieve discriminatie. Het
voorkeursbeleid is helemaal nog niet overbodig geworden, zoals de VVD ons wil
doen geloven. Zolang de grote inhaalslag nog niet is gemaakt, kunnen
al die jonge vrouwen die roepen dat ze geen positieve discriminatie wensen nog
maar beter even hun mond houden. Naar punt drie; de herverdeling van werk en
zorg. Dit is een heikele kwestie, omdat het over het privéleven gaat en
bovendien over de aloude machtsbasis van de vrouw zelf. Hoe krijg je mannen
zover dat ze de verantwoordelijkheid voor het huishouden en de kinderen op zich
nemen? Een uitdagend idee: als vrouwen nu eens de traditionele macht uit handen
geven. Verdeel de taken en laat de zijne dan vervolgens ook in het honderd lopen
als hij ze niet uitvoert. Niet makkelijk. Uiteindelijk misschien wel de enige
oplossing. Wat wil een vrouw nog meer? Dat is precies de
vraag die nu aan de vooravond van de week voor de vrouwenrechten maar weer eens
serieus gesteld moet worden. Door vrouwen welteverstaan. De basis van iedere wil
tot macht is het gevoel 'dit is niet goed' en 'zo kan het beter'. Dus, vrouwen,
droom u een betere wereld. Droom, om toch met de woorden van een vrouw te
eindigen, u een land waar vrouwen willen wonen. Op
dit artikel berust copyright! © 2005 de Volkskrant |
|
|